Met de ruime snorkelervaring
die we tot dan toe hadden opgedaan, konden we in oktober aan het echte werk
beginnen; duiken met perslucht! Hier hadden we naar uitgekeken.
Toch had menigeen na de presentatie van het nieuwe IADS-systeem zijn bedenkingen.
De modules, waarin alle vaardigheden voor binnen- en buitenwater zouden worden
aangeleerd, moesten allemaal in een vaste volgorde worden afgewerkt. Drie
op elkaar volgende vrijdagen spijbelen kon niet want dan zou je de module
missen en de mogelijkheid om deze in te halen. Theorielessen zouden we om
de week krijgen. Binnenwater- en theorie-examen moesten met goed gevolg afgelegd
zijn alvorens in het buitenwater met de modules te beginnen.
Dit leek een serieuze bedoeling, zou duiken nog een hobby blijven of moesten
we allemaal parttime gaan werken? We zouden het wel zien of zoals beppe altijd
zegt: "Als je maar gezond bent" (maar daarvoor bleek Ale de Jong
de duikplanner te hebben uitgevonden).
Patricia Boschma, Lidia
de Vries, Harrie Potiek, Bauke Hooisma, Pepijn van Eenige, Tjibbe Bosma en
ondergetekende begonnen aan de opleiding onder leiding van Ale en Sybrand
de Hoo. Tjibbe haakte echter al vrij snel af en Pepijn moest tegen het einde
verstek laten gaan.
Op de theorieavonden (11 in totaal) werd het instructieboek Open Water Diver
van IDD gebruikt. In de theorielessen werd aandacht besteed aan de verschillende
onderdelen van de duikuitrusting (m.n. persluchtset), aspecten van de ademhaling
boven en onder water en de mogelijke complicaties die tijdens het duiken kunnen
optreden. In verband met decompressieziekte werd zeer uitvoerig de duikplanner
behandeld. Hierbij goochelde je met duikdieptes, duiktijden, stikstofgroepen,
minimale oppervlaktetijden, veiligheidsstops en nog veel meer. Rekenoefeningen
met deze tabel leidden bij iedereen tot de meest verschillende uitkomsten,
waarvan de juiste dan nog door Ale gegeven moest worden.
Hoe zet je eigenlijk een
persluchtset in elkaar? Dit was logischerwijs het eerste wat in zwembadmodule
1 aan bod kwam. De buddycheck was het volgende onderdeel. En dan, terwijl
het zweet onderuit je duikpak stroomt en je tussenwervelschijven onder het
gewicht van de set al een paar zenuwen beginnen af te knellen, het grote moment;
met de hele klerezooi het water in. Eindelijk!!!
Vervolgens zaten we meestal 1 à 1,5 uur op de bodem om een hele reeks
oefeningen af te werken (het zweten was dan meestal wel voorbij). Automaat
opzoeken op 2 manieren, buddy-breathing met en zonder opstijging, octopus
stationair en met opstijging, set uit en aan doen op 2 manieren, loodgordel
af en aan doen, noodopstijging, hooveren, commandosprong, rol achterwaarts
zijn een greep uit de zaken die we hebben geoefend. Onze mening was dat de
oefeningen zelf niet zo moeilijk waren, maar dat je op veel details moest
letten wat dan weer de uitdaging opleverde om het allemaal onder de knie te
krijgen. Het kwam dus aan op heel veel herhalen.
Op vrijdag 28 maart waren
de eerste examens. Het boek een keer goed doorlezen en de duikplanner nog
een keer goed bekijken (en misschien daarna nog een keer) was voor de meeste
mensen voldoende om het theorie-examen te halen. Een enkeling was echt met
de hakken over de sloot en voor de niet-geslaagden bestond de week erna de
mogelijkheid voor een her (hierbij slaagde uiteindelijk iedereen). Het zwembadexamen
ging er officieel aan toe en duurde lang, omdat per buddypaar apart een aantal
oefeningen moest worden gedaan. Iedereen moest bij aanvang een buddycheck
uitvoeren bij Sybrand, van wie de uitrusting van tevoren bewust was gesaboteerd.
Zo had iedereen wel gezien dat hij een snorkel bij zich had, maar niet dat
het mondstuk daarvan ontbrak. Dit viel ons zwaar tegen van Sybrand.
Aan het eind van de avond kwam de mededeling dat iedereen klaar was voor het
buitenwater. Hieruit concludeerden wij dat we allemaal geslaagd waren.
Zodoende begonnen we begin
april bij de alom bekende Casteleynsplas voor 10 buitenwatermodules. Elke
zondag werd er gedoken en in overleg ook op dinsdag. Per buddypaar ging 1
instructeur mee (Ale, Sybrand of Cees de Langen). Dit zorgde ervoor dat de
opleiding voor iedereen wat verschoven ging lopen, omdat sommigen na bepaalde
tijd meer of minder modules hadden naargelang het aantal gemaakte duiken.
Dan moest even bekeken worden wie met wie dezelfde module kon volgen.
In de modules kwamen de oefeningen weer terug die we in het zwembad al hadden
gedaan, maar daarnaast moesten we leren duiken op verschillende dieptes waarbij
we de dieptemeter, manometer en kompas scherp in de gaten gehouden moesten
worden.
Zondag 29 juni was de laatste duik en niet zo maar één. Twee
duiken moesten we die dag maken met drie kwartier ertussen. Al het geleerde
konden we hierbij in praktijk brengen. Een echt examen was het niet meer,
want als je in alle andere modules alle onderdelen goed had gedaan werden
deze afgetekend in het logboek en was je daarmee klaar. Toch wist Ale de spanning
er op het einde nog een beetje in te brengen door alle logboeken nog een keer
goed met een serieuze blik te bestuderen. Even later, na een positieve evaluatie
van de hele cursus, sloot hij samen met Sybrand en Cees de cursus af door
Lidia, Patricia, Harry, Bauke en mij het certificaat 1* open water diver te
overhandigen.
Tenslotte wil ik namens de hele groep Ale, Sybrand en Cees nogmaals bedanken voor hun inzet. Zij hebben moeite moeten doen om zich in het nieuwe systeem van lesgeven te verdiepen, daarnaast waren er meer theorielessen dan in het verleden en kostte de meer persoonlijke begeleiding van ons bij de buitenwaterduiken ook meer tijd. Heel erg bedankt.
Marcel Korteweg
N.B.:
De heer R. Groot, met de grote neus, moest ik namens iedereen bedanken voor
de emotioneel fysieke begeleiding van de mensen die het niet meer zagen zitten
op zondag na het duiken. Hoewel deze mensen van de wal in de sloot zijn geraakt
(het merendeel zit nu bij Slachtofferhulp) is het niet het resultaat wat telt
maar de intentie. Ook erg bedankt.